Als radioamateur met vakantie
Voorbereiding van je vakantieplannen
Het is bijzonder leuk om tijdens je vakantie ook wat met je hobby bezig te zijn, maar hoe pak je dat praktisch aan ?
Voor een goed begrip: we hebben hier niet de ambitie om een grote dx-peditie naar een exotisch eiland te plannen -
we willen enkel wat tips geven voor wie zijn HF-amateurstation wil meenemen op reis naar bijv. een zuiders land aan de Middellandse Zee.
Begin met het kiezen van de meest geschikte locatie.
Wellicht hebben je gezinsgenoten ook hun specifieke wensen, maar als radioamateur let je ook op enkele andere criteria:

- Een voor zendamateurs interessante plek: een bijzonder DXCC-land ( Gibraltar is interessanter dan Spanje ),
een eiland ( IOTA ), een bergtop ( SOTA ),
een plek bij een vuurtoren ( ILLW
en het meer Amerikaanse en commerciëlere ARLHS ) of een ander monument...
Wie op de VHF/UHF-banden actief wil zijn, let vooral op het locatorvak.
Op die banden zijn "zeldzame" locatorvakken immers erg gezocht.
- Een plek waar je goede propagatiemogelijkheden hebt: liever geen camping in een diepe vallei, beter ergens met de zee dan met een hoog gebergte tussen jou en de rest van de bewoonde wereld...
- Mogelijkheden om je antenne vrij op te stellen: ideaal zijn een paar vrijstaande bomen in een ruime tuin, liefst ver weg van de drukte van het zwembad.
In palmbomen kan je moeilijk antennes hangen; dichte bossen zijn ook niet gemakkelijk...
- Er zijn ook amateurs die voor ze een hotel boeken, er contact mee opnemen om een schriftelijke toelating te vragen om "een draad" op het dak te mogen hangen.
Blijkbaar doen veel hotels daar niet moeilijk over. Ze boeken dan een kamer op de bovenste verdieping, vanwaar de coax naar het dak loopt.
Als het hotel wél bezwaar maakt, kiezen ze een ander !
In het algemeen zijn hotels en B&B's in het laagseizoen en op het platteland dikwijls toleranter voor dergelijke "storende" activiteiten dan grote strandhotels in het hoogseizoen.
Groepsaccomodaties en jeugdherbergen beschikken vaak over een speelterrein en meer open ruimte dan klassieke hotels. Voor groepen is dat vaak een interessante optie.
- Als je je set wil meenemen op cruise heb je pech: afgaande op diverse fora op het internet is er bijna geen enkele cruisemaatschappij die radioamateurs aan boord verbindingen laat maken...
- Wie grote ambities heeft kan meteen in het buitenland een vakantiehuis-met-amateurstation huren. Er zijn inderdaad buitenlandse amateurs die een volledig uitgerust amateurstation verhuren, vaak inclusief accomodatie. Het spreekt voor zich dat de interessantste "huurstations" ( met eigen DXCC of IOTA-nr. ) veel gevraagd zijn, zeker tijdens contestperiodes. Je moet dus tijdig boeken. Voor een overzicht van dergelijke stations in ( vooral Noord-) Europa kan je CQ-DL van juli 2012 raadplegen. Meer exotische stations, bijv. in de Caraïben, adverteren onder meer in QST of kan je vinden op het internet, bijv. op de site van DXHoliday die ook allerlei andere reistips geeft.
De ideale bron om deze criteria te toetsen is Google Earth: je kan er niet alleen de locatie van je vakantieplek opzoeken ( en de hoogte ! ),
maar meestal vind je er ook een aantal foto's die je een idee geven van bijv. de situatie van de tuin.
Vaak herken je op de satellietbeelden een groot vakantiehotel het gemakkelijkst aan de vorm van het zwembad.
Met wat gezond verstand kan je dan weten hoe een kamer met "zicht op zee" of "zicht op de tuin" precies georiënteerd is.
Uitzoeken of er hoge bergen in de weg zitten op het radiopad naar bijv. België gaat ook gemakkelijk met de "pathprofiler" op
de website
Heywhatsthat.
In Google Earth Pro - dat tegenwoordig gratis is - biedt de "viewshed" functie bijzonder interessante perspectieven.
Denk er wel aan dat je signaal niet de aardoppervlakte volgt, maar op en neer springt tussen de aarde en de ionosfeer.
Een hoge berg vlak voor je, is een quasi onoverkomelijke hindernis, maar dezelfde berg 50 km verder niet: daar gaat je signaal immers vlot overheen.
In praktijk is een QTH met uitzicht op zee, altijd voordelig.
Voorts kan je eventueel ook rekening houden met bepaalde contests tijdens je vakantieperiode.
Bijvoorbeeld de IOTA of "Islands On The Air"-contest gaat gewoonlijk gedurende het laatste weekend van juli door.
Vuurtorens worden vaak in de eerste en de derde week van augustus geactiveerd.
Als je op dat moment net in een vakantieoord verblijft dat beantwoordt aan de voorwaarden voor zulke contest, ben je natuurlijk extra aantrekkelijk voor andere radioamateurs.
( Als je nooit met zo'n contest hebt meegedaan vind je op de website
van de RSGB een goede uitleg voor wie aan de IOTA-contest wil deelnemen. )
Buitenlandse vergunning nodig ?
Dank zij de
CEPT-regeling kan je zonder verdere formaliteiten tijdens je vakantie in heel wat landen je radiohobby beoefenen,
als je over een zendmachtiging in sectie A ( Harec-examen ) beschikt of destijds slaagde voor het ON2-examen.
Je moet enkel de prefix van het land waar je vertoeft voor je Belgische roepnaam toevoegen: in Duitsland wordt dat dan bijv. DL/ON4ABC.
In een aantal landen zoals Italië, Spanje, Griekenland, Turkije... is het iets moeilijker omdat de plaatselijke prefix
afhangt van de regio: dat moet je dus vooraf even uitzoeken.
De officiële lijst van de landen die meedoen aan die CEPT-regeling T/R 61-01 kan je downloaden van de
ERO-website.
Het gaat niet enkel over de meeste Europese landen, maar ook een aantal andere grote landen hebben zich bij deze regeling aangesloten ( VS, Canada, Australië... )
Meer uitleg is te vinden in onder meer het VERON-vademecum of het DARC-jaarboek.
In het aprilnummer van CQ-DL staat elk jaar een bondig overzicht van de regels voor de meest courante vakantielanden.
Nederlandse amateurs hebben naast hun gewoon kaartje, nog een apart papiertje nodig om in het buitenland aktief te zijn.
Er zijn ook landen die bovendien nog een officieel bewijs vragen dat je geslaagd bent in een morseproef als je in CW wil zenden.
Aangezien de officiële CW-proef in België intussen afgeschaft is, kan je bij de UBA een proef afleggen die door het BIPT erkend is.
Op die manier kan je toch nog aan een officieel bewijs komen dat je morse kent. Die proef wordt maar af en toe georganiseerd: meld je dus tijdig aan.
Heb je een ON3-vergunning dan is het een stuk moeilijker om in je vakantieland je hobby te bedrijven.
Het huidige ON3-examen voldoet immers niet aan de normen van de CEPT voor "novice-vergunningen" ( aanbeveling ECC(05)06 ), waardoor zulke machtiging in de meeste landen niet erkend is.
Er bestaan daarover blijkbaar geen duidelijke internationale afspraken zodat een algemene regel niet te geven is.
Voor een aantal landen geldt de CEPT-regeling niet ( bijv. Malta, de meeste landen van (Noord-)Afrika... ).
Dan moet je dus aan de overheid van dat land een tijdelijke amateurvergunning vragen
( zie hiervoor de website van 0H2MCN
en check de recentste versie van de ERO-documenten).
Dat geldt ook als je langer dan drie maanden in het buitenland verblijft.
Dat vergt op zijn minst wat papierwerk, fotokopieën van je Belgische machtiging en soms ook het akkoord van de hoteluitbater
of de eigenaar van het terrein waar je je antenne wil opstellen.
Dat kost vaak veel tijd en soms ook wel wat geld - al dan niet officieel...
Als je in het land in kwestie iemand kent die een en ander voor jou kan regelen, maakt dat de dingen gewoonlijk veel eenvoudiger.
Begin dus in elk geval tijdig met het in orde brengen van die zaken.
Hou er ook rekening mee dat men niet overal even open staat voor mensen met radio-apparatuur:
in veel landen hebben de politie- en veiligheidsdiensten daar nog altijd een monopolie op.
Zelfs in Europa is het in praktijk erg moeilijk om in sommige landen als radioamateur actief te zijn.
Bekende probleemlanden zijn bijv. Andorra, Monaco, San Marino, Mount Athos, Noord-Cyprus...
In sommige landen waar de CEPT-regeling niet geldt, kan je gemakkelijker aan een vergunning komen als je over een Amerikaanse licentie beschikt.
Daarvoor moet je natuurlijk het Amerikaanse examen afgelegd hebben, maar dat je soms ook in Europa doen, bijv. op de jaarbeurs in Friedrichshafen.
Over de voorwaarden kan je meer lezen in CQ-DL van april 2017.
QRP of QRO op vakantie ?
De volgende vraag is hoe je op reis gaat: immers, als je met het
vliegtuig gaat zit je met gewichtsbeperkingen op je bagage.
Voor low-cost vluchten is dat meestal 8 of 10 kg voor handbagage en op chartervluchten 15 of 20 kg voor koffers die ingechecked worden;
kijk dat na op de website van de luchtvaartmaatschappij - de extra kosten voor niet-conforme bagage kunnen immers fors oplopen.
Met deze gewichtbeperkingen is het erg moeilijk om een volwaardig 100W-zendstation mee te nemen:
je moet dan niet enkel een relatief zware transceiver, maar ook een stevige voeding en antennetuner inpakken.
( Ook al zijn er tegenwoordig goedkope schakelende voedingen van Chinese herkomst verkrijgbaar die veel minder wegen dan de klassieke voedingen voor thuisgebruik.)
Daardoor kan je bijna niet anders dan QRP-materieel meenemen: dan kan je het gewicht van je station beperken tot ong. 8 à 10 kg of nog minder.
Onderschat de mogelijkheden van een QRP-station niet: met de 5W van een FT-817 en dipoolantennes werkte ik in SSB vlot vele Belgische stations vanuit Cyprus, Malta, Madeira enz...
Ga je met de
auto dan heb je die beperking nauwelijks en kan je zonder veel moeite een compleet HF-station meenemen.
Vliegtuigreizen: radiomaterieel in je handbagage of inchecken ?
Volgens de gangbare veiligheidsregels is het niet verboden radioapparatuur als handbagage aan boord van het vliegtuig te nemen;
je mag ze wel niet gebruiken.
Je transceiver zelf meenemen heeft het voordeel dat je zeker bent dat ze niet zo onzacht behandeld wordt als je koffers.
Ook het risico op diefstal is een stuk kleiner.
Een kleine transceiver leg ik zoals een laptop apart in een schaal voor de scanner: meestal doet men er bij de veiligheidscontrole helemaal niet moeilijk over.
Ik heb al wel meegemaakt dat men eiste dat de microfoon en de accu apart ingechecked werden.
Dat is erg vervelend, want als je aan de veiligheidcontrole passeert heb je al je koffers al lang ingeleverd !
Blijkbaar wekken ook losse rubberduck antennes regelmatig argwaan; laat ze gewoon op de portabel zitten en leg ze open en bloot in het kistje voor de scanner.
Hou voor het geval dat men daar vragen over stelt, je amateurvergunning bij de hand.
Accu's zijn soms wel een probleem, en misschien kan je ze enkel verwijderen door een schroefje los te draaien, maar een schroevendraaier mag je niet bij je hebben...
Om dat soort situaties te voorkomen stop ik de laatste jaren mijn spullen gewoon mee in de koffer die het ruim ingaat, goed beschermd tussen een paar lagen T-shirts of zo.
Daarop leg ik een blad met in grote letters "licenced amateur radio equipment" en een fotokopie van mijn machtiging
- kwestie van in geval van controle de veiligheidsmensen een idee te geven van waar al die rare elektronica voor dient...
Bijzonder materieel meenemen op vakantie?
In feite is zo'n vakantiestation niet veel meer dan een gewoon portabel station;
kijk dus ook op de specifieke pagina voor
portabele stations voor tips over antennes, accu's, lichte cw-paddles enz...
en op de pagina over "radioactiviteiten"
buitenhuis voor wat extra toelichting over IOTA en DX-pedities.
Toch zijn er enkele punten die extra aandacht verdienen:
- Verlengsnoer: als je in een hotel zit, wil je waarschijnlijk je station op het terras van je kamer opstellen, maar daar is nooit een stopcontact.
Je hebt dus een relatief lang verlengsnoer ( reken ong. 7 m ) nodig om van de schrijftafel tot buiten te geraken.
Om de boel niet te zwaar te maken gebruik ik kopersnoer van 0,75 mm² wat genoeg is voor low-power gebruik - niet voor de haardroger van de xyl !
Kijk ook na of je geen verloopstekkers nodig hebt ( bijv. op Cyprus, Malta... ).
Op deze website vind je alles over buitenlandse elektriciteitsnetten stopcontacten en netstekkers.
Let ook op met 3-polige ( geaarde ) 16A-stekkers: hun dikke beentjes passen vaak niet in de stopcontacten op hotelkamers: die zijn dikwijls enkel voorzien op dunnere 2-polige 2,5 A Eurostekkers.
Als er op de kamer een koelkastje staat, zit dat meestal wél op een geaard 16A-stopcontact, dat vaak niet uitvalt als je je kamer verlaat. Interessant als je bijv. overdag accu's wil opladen.
In sommige hotelkamers zijn er helemaal geen bruikbare stopcontacten te vinden - dan zijn er soms creatieve oplossingen nodig...
- Accu's: gewone loodaccu's mogen niet op het vliegtuig, ook niet in de koffers, maar gel-accu's blijkbaar wél.
Ik heb er dus meestal een kleine van ong. 5 Ah bij me - wat ruim volstaat voor een QRP-station -, goed verpakt in een koffer.
De accu moet dan gemerkt zijn als "non spillable" en de polen moeten degelijk geïsoleerd zijn zodat kortsluiting uitgesloten is.
Laatst had men zo'n 7 Ah-gel accu gezien bij het doorlichten van de koffers op Zaventem: bij de gate stond er een security-man me op te wachten om te vragen die koffer open te maken.
Afgaande op sommige aanduidingen op de accu ( "lead-acid" en het "bijtend zuur"-veiligheidssymbool ), was hij van oordeel dat het om een "natte accu" ging.
Hij was er niet van te overtuigen dat het om een gel-accu ging die wél toegelaten is. De accu werd dus in beslag genomen...
Wijze les: reken niet op veel professionaliteit bij het herkennen van accu's en de verschillende regels die daarvoor gelden, op de luchthaven van Zaventem...
Tegenwoordig bestaan er ook diverse soorten accu's waarin een of andere Li-verbinding wordt gebruikt.
Die accu's hebben vaak een hoge capaciteit bij een veel lager gewicht dan loodaccu's, maar ze zijn aanzienlijk duurder,
niet altijd even eenvoudig te laden en slechts onder strenge voorwaarden toegelaten op vliegtuigen.
Over het vervoer van diverse soorten accu's in vliegtuigen bestaat een precieze IATA-richtlijn
DGR_EN_53rd.
Lithium-accu's mogen voortaan enkel nog in de handbagage mee, tot max. 100 Wh en mits de polen goed geïsoleerd zijn.
Buiten deze regels die de brandveiligheid in vliegtuigen beogen, gelden er voor vluchten naar de VS en het UK ook strenge regels om aanslagen te voorkomen.
Accu's moeten voldoende opgeladen zijn zodat je het toestel kan aanzetten om te bewijzen dat er geen springstoffen in verstopt zitten.
Het laat zich raden hoe de veiligheidsmensen gaan reageren als je dan met een grote losse accu komt aanzetten...
Uiteraard moet er dan ook een kleine lader mee: voor gel-accu's kan je
de voeding van de transceiver gebruiken als je die eventueel wat aanpast om de laadstroom te beperken.
Voor Li-accu's heb je een speciale "gebalanceerde" lader nodig als er geen balanceringsschakeling intern in de accu verwerkt zit.
- Bevestigingsmateriaal voor de antenne: ik probeer minstens één "arm" van de dipool een beetje vrij uit te spannen over het terras,
het andere been ligt dan als "counterpoise" de andere kant op.
Die counterpoise wordt aanzienlijk verstemd als je ze op de grond legt: probeer ze minstens 30-50 cm boven de grond uit te spannen.
Om de antennedraad te bevestigen neem ik een tasje met allerlei kleine dingen mee: enkele kabelbandjes, zuignapjes met een haakje, wasknijpers,
een stukje stevig koperdraad van ong. 30 cm, plakband...
Als je je antenne niet op je kamer kan installeren, kan je dat misschien wel buiten in de tuin.
Je zou daarvoor een telescopische glasvezelmast kunnen meenemen, maar die is gemakkelijk 1,2 m lang,
en moet dus apart ingechecked worden als "oversized baggage".
De Duitse firma DX-Wire verkoopt telescopische glasvezelmastjes
die handiger mee te nemen zijn omdat ze ingeschoven maar 67 cm lang zijn en dus in een reiskoffer passen.
Deze mastjes zijn wel dunwandig, dus minder stevig en veel meer flexibel dan hun grotere broertjes.
Een andere mogelijkheid zijn telescopische hengels: ze zijn veel goedkoper,
maar meestal van carbonvezels gemaakt en daardoor niet zo geschikt om een antenne vertikaal langs te laten lopen.
Ze zijn vlot verkrijgbaar ( onder meer bij Decathlon ) tot een uitgeschoven lengte van 6 m en ingeschoven nog iets korter dan de DX-wire mastjes ( 60 cm ).
Daardoor kunnen ze diagonaal net in een handbagage-trolley.
Al bij al is een geschikte boom gebruiken dan handiger als "mast". Daarvoor heb je enkel een bol met dun touw nodig:
knoop een steen aan een touwtje waarmee je dat over een geschikte boomtak gooit.
Knoop het andere eind van het touwtje aan het voedingspunt van je dipool en je kan je antenne de hoogte in hijsen.
Daarna kan je met twee andere touwtjes de armen van de dipool open spannen.
Van een kleerhanger in metaaldraad kan je een haak maken om je dipool mee in een boom te hangen.
Als je donkerkleurig touw gebruikt kan je het waarschijnlijk je hele vakantie in de boom laten hangen zonder dat het iemand opvalt.
- Antennekabel: Als je met het vliegtuig reist kan je moeilijk een zware rol coax meenemen.
Goede RG-58 coax is voor HF-toepassingen bruikbaar, maar sinds kort is er een nieuw soort kabel van 5 mm verkrijgbaar
- de "Airborne 5" van M&P
- die nog minder weegt en uitstekende eigenschappen heeft. Hij is verkrijgbaar bij o.m. een aantal Duitse handelaars.
- Koffer: In de handel ( bouwmarkt... ) worden goedkope "aluminium"-koffertjes verkocht die er op voorzien zijn ze in te delen met bijgeleverde tussenschotten.
Ze zien er ideaal uit om je portabel station mee te vervoeren maar weet dat die in feite bestaan uit eenvoudig triplex met een dun laagje aluminium aan de buitenkant en wat schuimrubber aan de binnenkant.
Het geheel wordt bij elkaar gehouden met plastic hoekprofieltjes.
Zo'n koffertje weerstaat de ruwe behandeling in het bagagecircuit van de luchthaven niet!
Er bestaan professionele stootvaste en waterdichte koffers uit kunststof met een drukventiel van het merk Peli ( "Pelicases" ).
Nieuw zijn die duur, maar soms zijn ze in de dump verkrijgbaar aan zeer redelijke prijzen.
- Infomap: Ik heb ook altijd een mapje bij me met een aantal gegevens: een kopie in de plaatselijke taal van de CEPT-regels
( vaak te vinden op de website van de nationale amateurvereniging ), referenties van het eiland, de vuurtoren ...
die ik daar kan activeren, de locator en de te gebruiken prefix, frequenties van lokale repeaters en echolinknummers enz...
Dat vergt immers wat opzoekwerk dat je ter plekke moeilijk kan organiseren.
Als je over een smartphone beschikt kan je wel enkele handige apps downloaden die je daarbij kunnen helpen
- als je ter plaatse dekking hebt en over een data-abonnement beschikt...
Nog een paar andere tips voor je vakantie-radiostation:
- Voor HF-verbindingen tussen België en de landen rond de Middellandse Zee is 's zomers overdag de 20m-band het meest geschikt.
Veel Belgische amateurs zitten dan op 14,306 MHz.
Voor afstanden tot 700-800 km is de 40m-band gewoonlijk beter bruikbaar. 's Avonds kan je vaak Nederlandse amateurs horen rond 7,070 MHz.
- Door de UBA werd een schema uitgewerkt om vanop je vakantie-QTH zoveel mogelijk kans te maken om Belgische tegenstations te treffen.
Dat schema staat o.m. als een PDF-bestand op de website van de UBA.
Het valt wellicht nog even af te wachten of dit schema veel navolging vindt.
- Als je enkel met QRP werkt heb je er belang bij om CW-verbindingen te maken.
QRP-verbindingen met zendamateurs in België in SSB zijn haalbaar als je antenne gunstig opgesteld is én als je tegenstation een behoorlijke antenne heeft.
- Reken er niet op dat je met verkorte vertikale antennes genre MP1, goede verbindingen maakt als die antenne ingesloten zit op een betonnen terras en de counterpoises niet capacitief gekoppeld zijn met de "echte aarde".
- Anderzijds zijn halve-golf verticals wel handig en efficiënt als je maar weinig grondoppervlak hebt, bijv. op een camping.
Een kastje met een ringkern en een kort coax-kabeltje naar de transceiver volstaan, je hoeft dus geen rol coax mee te nemen.
Natuurlijk moet je wel een lange glasvezelmast meenemen of er op kunnen rekenen dat je de antenne aan een boom kan ophangen.
Een goed gedimensioneerde end-fed antenne kan op verschillende banden werken.
- 0N7EQ heeft een mooi overzicht gemaakt met diverse beproefde ideëen voor vakantieantennes:
je kan het hier als PDF-bestand downloaden.
- De meeste hotels bulken van de stoorsignalen, als het even kan probeer je beter je station in de tuin of op een afstand van het gebouw op te stellen.
Als je je toch op het terras wil installeren is het verleidelijk de aarding van je station aan te sluiten op bijv. het chassis van de externe airco-unit:
niet doen: je haalt er allerlei storingen mee binnen - beter een goede counterpoise gebruiken.
- Omzeilen van de airco-schakelaar: in veel zuiderse hotels vind je een airco op de kamer,
maar die valt uit als je de schuifdeur naar het terras opent, of als je die op een kier zet voor het verlengsnoer.
Dat vinden de andere gezinsleden meestal niet leuk, maar dat is gelukkig vrij eenvoudig op te lossen:
ofwel sluit je de reedschakelaar op die deur kort ( klein schoevendraaiertje nodig ), ofwel plak je met kleefband een meegebracht magneetje tegen die schakelaar.
Vergeet dat natuurlijk niet te herstellen bij je vertrek !
- Als je je station buiten opstelt in de zon moet je niet enkel jezelf beschermen tegen de zon,
maar probeer ook je radio en je voeding of accu wat tegen de zon af te schermen.
Als je op de computer wil loggen moet je er aan denken dat je bij felle zon nauwelijks een scherm kan lezen.
Loggen op papier werkt vaak beter - toch als je geen pile-up verwacht.
- Het kan voorvallen dat je op je vakantieplek iets mist om je station op te stellen, bijv. een goedkope hengel, touw, een kniptang of een soldeerbout om een verbinding te herstellen...
In vele zuiderse steden kan je een "Chinese bazar" aantreffen met allerlei spullen van Chinese origine en gerund door Chinezen.
Vaak herken je ze door een aantal goedkope transistorradiootjes in het uitstalraam. Acheraan in de winkel bieden ze dikwijls ook een assortiment goedkoop gereedschap en knutselmateriaal aan.
- Tot slot: vergeet ook niet een paar interessante foto's te maken van je vakantiestation: wellicht heb je die nog nodig voor je QSL-kaarten...