Buitenactiviteiten met je portabel amateurstation

Radioamateurs maken niet alleen verbindingen vanuit hun radioshack thuis. Er zijn ook veel gelegenheden om met een portabel station naar buiten te trekken. Dat kan in groep gebeuren als er een groot station moet opgezet worden of wanneer het om een weekendacticiteit gaat, maar ook individueel als het om een meer bescheiden initiatief gaat. Hieronder zetten we enkele van de meest bekende buitenactiviteiten op een rijtje:

Hulpverlening bij noodsituaties

Dit is misschien niet de meest leuke, maar wellicht wel de meest nuttige manier om je als radioamateur in te zetten. Sinds jaren bestaat er een samenwerking met onder meer het Rode Kruis om in geval van noodsituaties waarbij de normale communicatiemiddelen uitvallen, een beroep te doen op de medewerking van radioamateurs. Als zendamateur beschikken we immers over een grote know-how, een ruime waaier aan frequenties, en een massa communicatiematerieel - een gemiddelde radioclub beschikt immers over een veelvoud van de middelen van een brandweerkorps. In dit kader werd de laatste jaren door de UBA het vroegere noodnet nieuw leven ingeblazen onder de naam B-ears. Radioamateurs die daar aan willen meewerken dienen zich te melden via de UBA-website met vermelding van hun materieel dat ze kunnen inzetten. Weet dat er daarvoor duidelijk regels en afspraken bestaan en dat je zomaar niet ongevraagd allerlei berichten voor derden mag beginnen doorgeven. Een portabel of mobiel toestel met een losse antenne, bijv. op een magneetvoet, is al een goed begin. Wie ingeschreven is kan zich regelmatig verwachten aan oefeningen in het kader van rampenplannen enz... Voor meer informatie verwijzen we naar de website van de UBA .

Velddag

De velddag is een jaarlijks weerkerend evenement dat ook voortkomt uit de voorbereiding voor noodcommunicatie. Je mag immers geen gebruik maken van netspanning voor de radioapparatuur, en je mag hoogstens 24u vooraf beginnen met het opzetten van het station en de antennes. Het is immers de bedoeling te oefenen om op zeer korte termijn een radiostation voor noodcommunicatie op te kunnen zetten.
In feite zijn er twee velddagen: één in juni voor CW en een tweede in het eerste weekend van september voor SSB. Beide zijn voor het overige een contest waarbij het er op aankomt in een weekend zoveel mogelijk verre verbindingen te maken. Aangezien het nogal wat inzet van middelen vergt (tenten, stroomgroep, catering... ) is het meestal een activiteit die door een hele groep zendamateurs gedragen wordt. In veel gevallen is het ook een sociaal evenement waarbij in de marge van het eigelijke contestgebeuren ook een barbeque enz... wordt georganiseerd.

Velddagstations zijn bij uitstek gelegenheden om het grote publiek te laten kennis maken met onze hobby. Zorg daarom voor een bord met wat toelichting over wat je aan het doen bent, niet alleen om reclame te maken voor het radioamateurisme maar ook om achterdochtige voorbijgangers gerust te stellen. Vermeld daar wat praktische gegevens op ( soort station, verste verbinding ) en vooral ook contactinformatie ( website, e-mailadres van je vereniging, telefoonnummer... ).
Als je het station met een groep amateurs runt kan er best iemand aangeduid worden die de voorbijgangers aanmoedigt wat dichterbij te komen kijken en hen dan wat extra toelichting geeft. Zorg ook voor wat losse flyers die je kan meegeven aan geïnteresseerde bezoekers.

Let tenslotte vooral op de veiligheidsaspecten als je het station op een publieke plek opstelt, zorg voor een tijdelijke afsluiting met bijv. plastic linten rond de antennes, voorzie waarschuwingsbordjes en voor het geval dat het toch helemaal mis loopt, voor een goede verzekeringspolis voor je burgerlijke aansprakelijkheid tijdens zo'n evenement. Dat kost enkele tientallen euro maar kan je een hoop moeilijkheden besparen.
Over het opzetten van een velddagstation kan je ook iets meer lezen op de pagina over portabele stations.

Activeren van monumenten, kastelen, molens, vuurtorens...

Er verschillende programma's waarmee je certificaten kan halen door verbindingen te maken met bepaalde monumenten. In verschillende landen worden vuurtorens en scheepvaartlichten geactiveerd ( ook in België is er een programma), in Italië zijn monumenten populair, voorts zijn er programma's voor molens: in Belgïe het Belgian Mill Award, Frankrijk alsook in Groot-Britanniëen kastelen, natuurreservaten enz... Veel dergelijke stations kan je in het weekend horen op de lagere HF-banden, bijv. rond 7.070 KHz en 14.250 KHz. Vaak kan je een fraai diploma verkrijgen ( = kopen voor enkele € ! ) als je bijv. met 50 monumenten een verbinding hebt gemaakt.

Het is nog leuker zelf een dergelijke monument ( cq eiland, bergtop... ) in de lucht te brengen of te "activeren". Je creëert dan je eigen pile-up want van zodra je gespot bent in de dx-cluster willen tientallen stations een verbinding met je maken ! Naargelang het programma zijn er enkele speciale regels ( maximum afstand van de site, minimum aantal verbindingen ...) en bijzondere awards. Vergeet niet die regels door te lezen; gewoonlijk zijn de voorwaarden gemakkelijk haalbaar en hoef je je ook niet precies op het punt of gebouw zelf te bevinden. Meestal volstaan een paar uren voor een geldige activatie, maar voor sommige programma's als SOTA kan je best je activatie vooraf aankondigen.
Zo'n activatie vergt ook wat technische voorbereiding: zorg dat je weet op welke frequenties je best wel ( of niet ! ) werkt, zorg voor een efficiënte antenne, geladen accu's... Vergeet ook niet wat foto's te nemen voor de QSL-kaart: veel amateurs willen je immers werken omdat ze graag een mooie QSL-kaart willen van dat monument. Het is tegenwoordig niet moeilijk om voor zo'n activatie enkele tientalllen aangepaste QSL-kaarten aan te maken. Tips daarvoor vind je op de pagina over QSL-kaarten.

Een bijzonder geval is het activeren van locator-squares. Nogal wat VHF/UHF-amateurs proberen een verbinding te maken met zoveel mogelijk vakjes van de "Maidenhead-locator". Bijgevolg zijn er amateurs die specifiek naar een zeldzame uithoek trekken waar weinig of geen "radioactiviteit" is, om daar een tijdelijk een station op te zetten. Zo trokken onlangs enkele Nederlandse amateurs naar het kleine eilandje Pantelleria tussen Sicilië en Tunesië.

WWFF

Het internationaal World Wide Flora and Fauna World Wide Flora and Fauna programma beoogt de promotie van natuuurgebieden via verbindingen met radio-amateurs die zich daar opstellen - meestal met een portabel station. Je kan deelnemen als 'hunter' - dus van bij je thuis proberen zoveel mogelijk van dergelijke natuurgebieden te "werken", of als "activator": zelf de natuur in trekken en van daar uit verbindingen maken. Niet elk natuurgebied "telt": er bestaat een lange lijst van natuurgebieden die erkend zijn binnen het WWFF-programma. Voor WWFF moet je aanzienlijk meer verbindingen maken dan voor een SOTA-activatie, maar de fysieke eisen liggen wat lager: zo mag je bijv. /M werken en gelijk welke stroombron gebruiken.

SOTA

Summits On The Air is ook zo'n programma waarbij het er op aan komt berg- of heuveltoppen te activeren of er verbindingen mee te maken. Om "erkend" te worden en een nummer te krijgen moeten die toppen aan bepaalde criteria voldoen. Bovendien worden er bepaalde "sportieve" eisen gesteld: je moet minstens het laatste stuk tot de top te voet of per fiets afleggen. Je mag ook geen generatoren op fossiele brandstof gebruiken enz. Dat alles betekent dat je met een erg licht, zeer portabel station moet werken. Als je niet opziet tegen een stevige wandeltocht met een rugzak vol radiomaterieel kan je zo'n top op je eentje activeren. Op Youtube kan je diverse filmpjes over SOTA-activeringen bekijken.

Via deze link kan je een samenvatting zien van de SOTA-prestaties van twee Leuvense radioamateurs 0N9CBQ en 0N4UP die samen al alle Belgische SOTA's in de lucht gebracht hebben. Op website van SOTA lees je meer info en staat de database met alle erkende toppen en QSO's; de momenteel geactiveerde toppen vind je op de site van Sotawatch - een soort SOTA-cluster - en op Sotamaps. Voor SOTA is het ook niet ongewoon jezelf te spotten - er bestaan daarvoor zelfs smartphone apps. Het is immers erg frusterend om een berg te bestijgen en dan met je QRP-zendertje niet het vereiste aantal verbindingen te maken...

IOTA en DXpedities

Islands On The Air is een programma van de Radio Society of Great-Brittain waarbij het de bedoeling is om verbindingen te maken met zoveel mogelijk eilanden. Alle eilanden ter wereld worden ingedeeld in groepen ( bijv. de Nederlandse Waddeneilanden ) en krijgen dan een IOTA-nummer ( bijv. EU-038 ). Het komt er dan op aan om op zoveel mogelijk frequentiebanden, een verbinding te maken met zoveel mogelijk eiland(groep)en. Op de 20m-band kan je regelmatig IOTA-stations in SSB horen rond 14.260 KHz. Ook daarvoor kan je een "diploma" "krijgen", al naargelang het aantal eilanden en banden. In feite is dit programma de tegenhanger van het Amerikaanse DXCC-programma waarbij gewerkte "landen" het criterium zijn. Elk jaar is er eind juli de IOTA-contest waar veel eiland-stations aan deelnemen.
Uiteraard zijn er op vele eilanden ook vuurtorens te vinden, met wat handigheid kan je je QTH zo kiezen dat je meteen ook die vuurtoren activeert. Zo'n eiland kan je als individuele amateur activeren, bijv. tijdens je zomervakantie. Voor de Franse Atlantische kust liggen een aantal minder bekende eilandjes - het ene al meer toeristisch dan het andere - die een eigen IOTA-nummer hebben.
Als je daar zin in hebt, lees je best de tips op de aparte pagina over vakantiestations eens door.

Een aantal andere, meer exotische eilanden, bijv. in de Caraiben of in de Indische oceaan kan je gewoon boeken bij de reisagent. Er zijn ook een aantal kleinere touroperators op de markt die verre bestemmingen in bijv. de Indische of de Stille Oceaan aanbieden, vaak meer in het luxesegment. Als je je gading niet vindt bij een Belgische touroperator kan je eens kijken op de website van een buitenlandse, bijv. het Franse Nouvelles Frontières dat een aantal exotische bestemmingen aanbiedt die je bij de bekende Belgische touroperators niet vindt.
Op sommige eilanden, onder meer in de Caraïben, zitten er zelfs radioamateurs en radioclubs die hun complete shack verhuren aan toeristen; zie de pagina over vakantiestations.

Voor het activeren van echt verafgelegen eilanden ( die gewoonlijk ook aparte DXCC-entiteiten zijn ) worden dikwijls ware expedities opgezet. Teams met ervaren operatoren uit de hele wereld charteren een schip om gedurende een week of twee een quasi onbewoond eiland in de lucht te brengen. Vaak telt hun logboek achteraf vele tienduizenden QSO's ! De logistieke ondersteuning van dergelijke expedities is zo complex en duur dat zoiets buiten het bereik van de individuele amateur valt. Op het internet kan je nog steeds de bijzonder boeiende, goed geschreven blog lezen van Peter, ON6TT, over zijn DX-pedities van een aantal jaren geleden. Ook op Youtube kan je tientallen filmpjes vinden over DX-pedities, bijv. over de avontuurlijke reis naar Peter I, een zeer onherbergzaam, onbewoond eiland nabij Antarctica.

Special Event Stations

Het gebeurt vrij vaak dat radioamateurs een station met bijzondere roepletters in de lucht brengen naar aanleiding van één of ander bijzonder evenement of een verjaardag. Ze stellen hun station op in een stadhuis of museum, op een groot sportevenement enz...
Andere amateurs zijn er dan op uit om met een dergelijk station een verbinding te maken om die bijzondere QSL-kaart aan hun verzameling toe te voegen. Bijgevolg zijn dergelijke bijzondere gelegenheidsstations ( in het Engels "special event stations" of "SES" in de cluster ) vaak de bron van heel wat "radioactiviteit" op de amateurbanden. In België is het BIPT de laatste tijd vrij restrictief in het toekennen van dergelijke bijzondere roepnamen, onder meer wat betreft de geldigheidsduur van zo'n tijdelijke vergunning.

Ook dit kan een interessante gelegenheid zijn om het radioamateurisme wat meer bekendheid te geven bij het grote publiek. In veel gevallen wordt het initiatief voor een dergelijke activiteit in clubverband genomen.

ARDF

ARDF staat voor Amateur Radio Direction Finding, in het Nederlands spreekt men meestal over "vossenjagen". Daarbij worden in een gebied - meestal in een groene omgeving - enkele radiobakens ( de "vossen" ) verstopt.
Het komt er dan op aan om met een peilontvanger en een richtantenne, zo snel mogelijk alle bakens te vinden. In feite is het dus een vorm van oriëntatielopen. De zendertjes ( en ontvangertjes ! ) werken ofwel in de 80m- ofwel in de 2m-band. Aangezien de deelnemers zelf enkel ontvangers gebruiken, kan iedereen, dus ook mensen zonder zendvergunning, er aan deelnemen. Een gedetailleerde beschrijving in het Nederlands van de verschillende types wedstrijden kan je nalezen in CQ-QSO van 11-12 2017. Ook op de Engelstalige Wikipedia staat een interessante uiteenzetting.