Hoe installeer je je amateur radiostation of "radio-shack" ?

Zoek een geschikte plek

De meesten gaan er van uit dat je een “shack” best zo hoog mogelijk, dus ergens “op zolder” installeert. Dat is echter niet zo evident: voor een HF-station is een goede RF-aarding, via een korte dikke kabel naar de shack een voordeel. Daarom is het geen gek idee je shack op de benedenverdieping in te richten. De meeste moderne woningen beschikken over een goede, gekeurde aardingslus onder de fundering. Misschien kan je daaraan met een korte kabel een aftakking voor je station maken. Sluit de aarding van je zender niet aan op de aardingspen van een stopcontact: dat is het ideale circuit om RF doorheen het hele huis te verspreiden. De beste oplossing is een bijkomende aarding aan te brengen door één of meer aardingsstaven in de grond te slaan en ze met een zo kort mogelijke kabel aan je station aan te sluiten. ( Tip: Als je een zachte bodem hebt kan je vaak ook een buis de grond in spuiten door er de tuinslang bovenaan op aan te sluiten ! ) Je kan zo'n aardsysteem nog meer optimaliseren door zo veel mogeliijk radialen in de tuin in te graven. Naar verluidt kan je met een kettingzaag mooie gleuven in het gras maken - je moet de ketting daarna wel weer laten slijpen.
Informeer je goed over het eventueel doorverbinden met de aarding van de woning want dat kan soms leiden tot "grounding-loops" en rare stoorverschijnselen.

Als je een grote antenne of hoge mast hebt, moet je zeker ook aandacht hebben voor bliksembeveiliging. Dit is echter een zeer gespecialiseerd domein waarvoor niet veel eenvoudige, algemene geldende oplossigen bestaan. Op de pagina over antennes staan enkele leestips, maar als je dat nuttig acht, kan je best beroep doen op professionele hulp - simpele amateuroplossingen zijn hier niet op hun plaats.
Heb je geen goede RF-aarding dan kan je nog altijd een "kunstaarde" simuleren door een "counterpoise" te installeren. Dat is een eind geïsoleerd koperdraad van ong. een kwart golflengte op de frequentieband waarop je wil zenden. Leg zo'n counterpoise zo goed mogelijk gestrekt en uit de weg: er kunnen immers, net als op je antenne, hoge RF-spanningen op komen - dus ook weghouden van andere leidingen waar je RF-instraling in kan veroorzaken. Aan RFI-problemen hebben we een aparte pagina gewijd.

Voor een VHF-UHF ligt dat anders: daar heeft de lengte van de aardingskabel minder belang omdat die hoe dan ook toch een veelvoud is van de golflengte en je absoluut niet weet welke impedantie hij werkelijk heeft. Bovendien zijn de kabelverliezen op die frequenties wél van belang. Als je dus vooral op hogere frequenties wil werken, installeer je je station best zo hoog mogelijk - maar waarschijnlijk heb je niet echt veel keuze en moet je genoegen nemen met een plekje dat toevallig beschikbaar is en daar je station opbouwen. Overigens is een zolder ook niet zo'n gelukkige keuze omdat je daar gemakkelijk grote temperatuurschommelingen hebt en dat is niet zo goed voor de stabiliteit van je apparatuur.

Probeer wel te zorgen voor een hoek waar je min of meer ongestoord je ding kan doen. De geluidsisolatie van je shack is niet onbelangrijk: wellicht vinden je huisgenoten het niet zo aangenaam dat je ’s avonds of ’s nachts nog luid zit te roepen in je microfoon… Hou er rekening mee dat je hopelijk (!) vele uren in je shack zal slijten, zorg dus voor een minimum aan confort: verwarming, een minimum aan daglicht en ventilatie. Veel amateurs hebben naast hun operatortafel een hoekje waar wat gesoldeerd wordt; de dampen die daarbij onstaan zijn ongezond en moeten geventileerd kunnen worden. Vermijd daar synthetisch tapijt ( en fleece-truien ): op een droge winterdag word je daardoor zo opgeladen met statische elektriceit dat IC's en FET's onmiddellijk rijp zijn voor het vuilnis.
Let ook op een goede ergonomie zodat je gemakkelijk alle belangrijke toestellen kan bedienen ( computerklavier, seinsleutel, afstemknop... ) en zien ( computerscherm ), zonder stijve spieren of vermoeide ogen te krijgen.
Weet ook dat radioapparatuur de neiging heeft zich gemakkelijk voort te planten: denk er om dus ook dat je op termijn nog wat ruimte nodig hebt voor verdere uitbreiding.


Aansluitingen

Buiten een goede aarding moet je vooral letten op voldoende stopcontacten – je hebt er altijd drie keer meer nodig dan je in het begin dacht !
Het volgende lijstje geeft je een idee van het aantal dat je wellicht nodig hebt:

Voor de veiligheid van je installatie is het aangewezen dat je in geval van nood die stopcontacten met één enkele schakelaar kan afzetten. Neem de tijd om aan je gezinsleden uit te leggen waar je hoofdschakelaar staat en wat ze moeten doen in geval van elektrocutie.
De bedrading van je stopcontacten moet correct en degelijk uitgevoerd zijn: geen loszittende contacten, die kunnen niet enkel brandgevaar maar ook RFI veroorzaken. Let er op dat er goede zekeringen op zitten, dat de differentieelschakelaar in orde is en kijk ook eens of je geen overspanningsbeveiliging kan aanbrengen - maar doe het degelijk: in dit domein is slordigheid levensgevaarlijk. Je stopcontacten moeten degelijk geaard zijn om dodelijke ongevallen te voorkomen. Zorg voor een degelijk netfilter op je netvoeding om te voorkomen dat RF-spanning zich via het stroomnet doorheen heel het huis verspreidt. Vermijd een spaghetti van allerlei netsnoeren: dat is ongelukken zoeken, zeker als er buitenstaanders of kinderen toegang hebben tot je shack.
Maar niet alleen netspanning is gevaarlijk: onderschat ook laagspanning niet, zeker niet als je zware voedingen gebruikt die enkele tientallen ampères kunnen leveren. Sluit zeker je transceiver aan met voldoende dikke kabels ( minstens 4 mm² ), zorg dat er goede zekeringen in zitten en hou die kabels kort om het risico op oververhitting en brand zo klein mogelijk te houden. Overigens veroorzaken hoge stromen een aanzienlijke spanningsval over de weerstand van lange, dunne voedingskabels en dat kost je outputvermogen !

Verder heb je in je shack tegenwoordig ook een internetaansluiting nodig voor onder meer de DX-cluster. Op de verschillende oplossingen daarvoor gaan we hier niet in - maar let heel erg op met oplossingen via het elektriciteitsnet ("powerlineadapters"): die dingen kunnen afgrijselijke storingen produceren waardoor je ontvanger totaal dichtgedrukt wordt...
Je antennekabels moeten natuurlijk ook via een korte weg buiten geraken, maar dat is met coaxiale kabel normaal geen groot probleem. Er bestaan in de handel ook diverse hulpmiddelen om bijv. een antenneaansluiting tussen de kieren van een raam door te krijgen, maar of dat goed werkt is niet duidelijk.
Probeer wel te voorkomen dat antennekabels parallel met andere kabels lopen om de kans op RFI zoveel mogelijk te vermijden.
Nog een tip in dit domein: documenteer je shack zodat je zelf of iemand anders wijs raakt uit de verschillende kabels. Dat geldt zeker voor coaxkabels waar je het einde aan de antennekant niet van ziet, maar bijv. ook voor netsnoeren. Je kan werken met labels op de kabels of met stukje kleurige krimpkous waarmee je je coaxkabels aan elk uiteinde merkt.

Inrichting

Voor je station heb je natuurlijk een tafel nodig. Erg handig is een werkblad met daarboven nog één of meer legplanken. Sommige computermeubels zijn heel geschikt om een amateurstation in onder te brengen - als ze voldoende stevig zijn, want het gewicht van amateurapparatuur kan snel oplopen. Als je het kan op de kop tikken: in het februarinummer van "Practical Wireless" van 2011 staat een interessant artikel over shackmeubilair. Sommige kasten hebben het voordeel dat je ze kan afsluiten zodat er geen enthousiaste kinderen bij kunnen als je niet in de buurt bent.
Er zijn wel amateurs die al hun apparatuur in een professionele houten wand inrichten, maar dan is het natuurlijk veel moeilijker om op de achterzijde van de toestellen kabels te versteken enz... Hou er ook rekening mee dat je apparatuur wel wat warmte afstraalt die zich in de kamer moet kunnen verspreiden. Let dus op voldoende vrije ruimte achter en tussen je toestellen.
Aangezien de meeste amateurs nogal gemakkelijk de configuratie van hun apparaten aanpassen, kan je er best voor zorgen dat je ze gemakkelijk kan uitnemen. Zeker in het begin zal je vaak zin hebben om de plek van sommige toestellen wat aan te passen aan je persoonlijke manier van werken.

Je transceiver - en eventueel je voeding - krijgen best een plek op het werkblad zodat je arm ondersteund is bij het bedienen. Andere toestellen zoals een antennetuner, een SWR-meter, het bedieningskastje van de antennerotor en eventueel het PC-scherm vinden daarboven een plek. Laat op je werkblad voldoende plaats voor je PC-klavier of logboek, je morsesleutel en eventueel nog werkruimte om iets te noteren of wat te solderen... Een lade is handig om wat klein materieel en gereedschap in onder te brengen. Hou ook nog voor een plek om een paar boeken op te bergen, bijv. de manuals van je toestellen, een atlas... Google eens wat rond naar afbeeldingen van amateurshacks op het internet voor wat meer inspiratie. Via deze link kan je op Youtube een filmpje bekijken van een amateur die een overzicht heeft samengesteld van een hele reeks Amerikaanse shacks - enkel voor zendamateurs met ambitie... Waarschuwing: niet aan de XYL laten zien ;)

Aan de achterkant van je werkbank kan je een kabelgoot aanbrengen. Als je de kans hebt om er bijv. een stuk koperen waterleidingbuis of aluminiumstrip naast te monteren kan je daar met korte aardingsstrips je verschillende toestellen op aarden. Zorg ook hier voor goed aangeschroefde contacten en aard alle toestellen zoveel mogelijk rechtstreeks op hetzelfde aardingspunt, bijv. onze koperen buis. ( Dus bijv. de ATU rechtstreeks verbinden met de aarding, niet eerst via de klem van de transceiver en vandaar pas naar aarde. ) Van die koperen buis gaat dan een aardingskabel zo mogelijk recht naar de aarding.

Een comfortabele stoel voor je shack is zeker geen overbodige luxe. Een instelbare bureaustoel met wieltjes onder de poten is ideaal. Een goede bureaulamp is zeker nuttig, maar let op met sommige TL- en spaarlampen: ze kunnen heel wat storingen veroorzaken. Hetzelfde geldt voor sommige halogeenverlichting en allerlei toestellen met ingebouwde, schakelende voeding.
Voorts zijn een klokje ( ingesteld op UTC ! ) en een thermometer die de buitentemperatuur aangeeft, soms ook handig - een idee voor de Kerstman ?

Al bij al hebben we nu al heel wat elektrische apparaten in onze shack verzameld. Hoe degelijk we ook alles ingericht hebben, er kan altijd iets mislopen. Het is geen gek idee om voor een paar € een rookmelder te installeren. En misschien kan je ook nog ergens een brandblusser kwijt ? Uiteraard is blussen met water in een shack een héél slecht idee !

Tot slot : decoratie is in een shack uiteraard niet noodzakelijk maar maakt ze wel gezellig. In veel shacks zie je een prikbord met mooie QSL-kaarten, aan de wand een wereldkaart met prefixen of een kaart met de Europese locatorvakjes, of een reeks diploma's, certificaten en bekers van gewonnen contests... Misschien kan je daar ook al een plekje voor vrijhouden ?

Misschien nog een laatste decoratietip: op de site van WM7D kan je een azimuthale wereldkaart aanmaken waarbij je eigen QTH in het midden ligt. Je zal tot je verrassing zien dat al die exotische eilanden in de Stille Oceaan in feite ten noorden van ons liggen !