Toplogo
BACK
WRC SOUNDCARD INTERFACE.

De PC is ook bij de radioamateurs niet meer weg te denken de digitale modes zoals SSTV RTTY, PSK, QSK, PACKET enz. nemen met rassen schreden hun plaats in het HAM gebeuren.
Vele softwareprogramma’s zijn via internet gratis te downloaden. De meeste van die programma’s maken gebruik van de soundkaart van de pc. Om deze met de tranciever te verbinden is er ook een gedeelte hardware nodig. Er zijn verschillende ontwerpen voorhanden, bij onze sectie WRC was er vraag naar een eigen ontwerp met meer mogelijkheden. Samen met Walter, ON8LW begon ik aan deze taak.
Walter ging op zoek op het internet naar allerlei informatie over hardware en software. Er werd een verzamelmap aangelegd van de verschillende eisen die in functie van de software nodig waren.
Aan mij nu de taak om alles door te nemen en er een eigen ontwerp van te maken, het was immers niet de bedoeling om nogmaals een bestaand ontwerp opnieuw uit te vinden, het volgende concept is het resultaat.
Algemeen:
Om interferenties, brom en grondlussen te vermijden is het nodig om een galvanische scheiding te maken tussen PC en de tranciever.
Voor de audio signalen werd er gekozen voor scheidingtrafo’s en voor de digitale signalen wordt er gebruik gemaakt van optokopplers.
Het is de bedoeling om bij ontvangst, de signalen afkomstig van de “LS” van de ontvanger aan de “Line In” van de soundcard aan te bieden .
Bij het zenden moet het audiosignaal afkomstig van de soundcard, op de “Mic” ingang van de tranciever toe komen. Tezelfdertijd moet de “PTT” aangestuurd worden.
Voor de wat oudere tranciever die door een relais worden aangestuurd om te zenden, kunnen de optokopplers echter niet de nodige stroom leveren, om dit op te lossen moet er gebruik gemaakt worden van een extra relais voor de PTT sturing. De beide mogelijkheden moeten voorzien worden op de print, om een keuze te maken in functie van de tranciever.
Bij gebruik van de twee scheidingtrafo’s en de optokopplers is er in principe geen extra voedingsspanning nodig, bij gebruik van de relaissturing is dit echter wel het geval.
Daarom is er op de print ook een schakeling voorzien om 12V te maken. Nu deze 12V toch aanwezig is werd er besloten om ook een LF versterkertje te voorzien, om zowel op ontvangst als op zenden het audiosignaal te beluisteren.
Om snel te kunnen antwoorden in SSB kan er ook een externe micro aangesloten worden. Voor de CW freaks is er ook een tweede optokoppler voorzien om aan CW sleutel ingang(BugKey) van de tranciever aan te sluiten. Zoals je ziet is de print naar ieders behoefte te bestukken.






  Schema beschrijving :
Ontvangst:
Het audiosignaal afkomstig van de “LS” of de hoofdtelefoon uitgang van de tranciever komt toe op pin 1 en 6 van de D9 Connector J2 en gaat vervolgens naar de scheidingstrafo T1, met de potentiometer P2 (RX DRIVE) wordt het uitgangssignaal geregeld en zo aan pin 1 en 6 van de D9 connector met de PC door verbonden. (TO PC)
Zenden:
Het audiosignaal:
Het audiosignaal van de “LS” uitgang of de “Line Out” van de soundcard komt toe op pin 2, 3 en 7 van de D9 Connector J1 .
Via R11 en R12 worden linker en rechterkanaal samen gevoegd en naar de spanningsdeler R3,R4 en R5 gevoerd.
Deze deler is nodig vermits de “Mic” ingang van de tranciever niet het grote uitgangssignaal van de geluidskaart kan verwerken.
Daar er verschil zit tussen de uitgangssignalen van de verschillende geluidskaarten volgens de fabrikant, kan met de schakeling van R3 en R4 het signaal eventueel aangepast worden. Start eerst met R4, zodat de tranciever niet overstuurd kan worden, is dit signaal onvoldoende dan kan de parallel weerstand R3 bijgeplaatst worden (met de waarde moet een beetje geëxperimenteerd worden), met C4 worden de eventuele bloksignalen nog wat uitgefilterd. Dit signaal wordt nu eveneens aan de scheidingstrafo T2 aangeboden en geregeld met de potentiometer P3 (TX DRIVE) en via de koppelcondensator C5 en de schakelaar S1 op pin 2 en pin 7 van de D9 Connector J2 aangeboden en vervolgens naar de “Mic.” ingang van de tranciever gebracht. Wanneer er geen externe micro gebruikt wordt kan S1 natuurlijk vervangen worden door een draadbrug.

Het PTT signaal:
Sturing met Optokoppler:
Bij het overgaan op zenden moet ook de PTT van de tranciever aangestuurd worden. Afhankelijk van het softwareprogramma komt deze informatie via de RTS of DTR uitgang. Beide data komen toe op de D9 Connector J1, op pin 4 en pin5 en de “GND” op pin9.
Via D1 en D2 gaat dit signaal naar R7, en zo naar de optokoppler I1. R7 dient als beveiliging voor de stroominstelling van de ingangsdiode van de optokoppler D12 .
Via R6 en D3 kan dit signaal eventueel op het frontpaneel aangeduid worden (TX),let wel dat dan de stroom door de led ook geleverd moet worden door de DTR of de RTS uitgangvan de PC en dat deze ook door de ingangsdiode van de optokoppler moet verwerkt worden! De uitgang van de optokoppler wordt gebufferd met Q2 en zo via S2 aan de D9 connector, pin 5 en pin 9 aangeboden .
Met S2 een drie standenschakelaar kan de PTT AUTO (soundcard) OFF of continu aangestuurd worden , D6 en C6 dienen ook als beveiliging.
Tot hiertoe is er nog altijd geen voedingsspanning nodig geweest en kan het systeem ook normaal werken.
Sturing met relais:
Bij gebruik van de relaisschakeling moet het voedingsgedeelte ook bestukt worden .
Voor de wat oudere toestellen met een directe aansturing van het PTT relais kan de optokoppler deze stroom niet leveren om het relais te sluiten en daarom is er een relaissturing op de print voorzien. Het spreekt vanzelf dat dan I1 en de bijbehorende onderdelen er rond niet moeten bestukt worden .
Het PTT signaal komt dan via D1, D2 en R8 toe op de basis van Q1 die op zijn beurt het relais RL doet inschakelen om de PTT van de zender te bedienen. D4 en R9 worden via Q1 geschakeld voor de TX aanduiding . D5 dient als beveiliging van Q1 tegen de inductiespanningen door het schakelen van de relaisspoel.
De Volledige beschrijving kan gedownload worden als PDF
Click hier voor download
BACK