Terminologie

Inleiding

Niet alleen op deze site, maar ook op andere en in gesprekken tussen amateurs hoor je regelmatig technische termen die niet meteen duidelijk zijn.

Op deze pagina daarom een lijst met termen en de bijbehorende uitleg.

 Index

5-tvo
CTCSS
DTMF
Squelch
Golflengte
Repeater 

5-tone

Ook wel 5TVO genoemd. Dit is het bekende "taxi-riedeltje" dat je wel eens hoort. Het is een verzameling van vijf korte piepjes achter elkaar van elk plm. 70ms. Elk piepje staat heeft een andere frequentie en staat voor een bepaald cijfer of een letter (A-F).

Dit wordt vaak gebruikt om een bepaalde taxi op te roepen. De ontvanger in de taxi laat dan alleen een signaal horen indien dit wordt voorafgegaan door de 5-tone van die auto. Elke andere wordt genegeerd, tenzij er een groepsoproep gedaan wordt. Een voorbeeld:

Taxi-1 heeft code 01810
Taxi-2 heeft code 01830

Nu kan de centrale elke taxi afzonderlijk oproepen door de bijbehorende 5-tone uit te zenden, maar alle codes beginnen met 018, de groepscode, en zo kunnen ook alle taxi's tegelijkertijd opgeroepen worden.

Zendamateurs gebruiken deze manier van oproepen ook steeds vaker. Het is handig, maar tegelijkertijd vrij irritant voor anderen.
Het gebruik ervan is toegestaan, mits de uitzending wordt begonnen of afgesloten met de roepletters.

CTCSS

CTCSS staat voor Continuous ToneCode SquelchSystem. Het werkt ongeveer zoals 5-tone, maar dan moet er gedurende de gehele uitzending een toon van een bepaalde frequentie worden meegezonden. Deze toon is echter laag-frequent, zodat de ontvangende kant deze nauwelijks zal horen. De apparatuur is echter op deze toon afgesteld en zal deze detecteren. Indien de toon niet aanwezig is, zal de ontvanger stil blijven.

Een amateur-toepassing hiervan vinden we terug in diverse repeaters. De repeater van Zuid-Limburg, PI3ZLB, zendt in principe alle signalen uit die hij ontvangt, maar de gevoeligheid van de ontvanger neemt toe, wanneer de zender het juiste toontje mee uitzendt (71,9 Hz). Zo wordt storing van andere repeaters vermeden.

DTMF

Dit zijn de toontjes die je ook op de telefoon hoort als je een cijfer indrukt. Ze worden door amateurs zelden gebruikt.

Squelch

De squelch in een ontvanger zorgt ervoor dat er niet de hele tijd ruis te horen is, maar dat er alleen een signaal wordt doorgegeven, indien er ook wat te horen valt.

Het squelch-circuit in de ontvanger kijkt hoe hoog de signaal-spanning in de ontvanger is en indien deze de drempelwaarde overschrijdt (als er dus een signaal ontvangen wordt) gaat de squelch "open" en hoor je het signaal uit de luidspreker.

De squelch is meestal instelbaar en zodoende kan de squelch ervoor zorgen dat verafgelegen signalen niet ontvangen worden. Zoals ook al bij CTCSS bleek, heeft een repeater vaak een aangepaste gevoeligheid wanneer er geen CTCSS ontvangen wordt. In dat geval wordt de squelchdrempel dus verhoogd.

Golflengte

Je hoort amateurs vaak praten over de golflengte en dan hebben ze het niet over surfen of vissen. Meestal gaat het dan om antennes en daarvoor is de golflengte heel belangrijk.

Het is goed om te weten dat radiosignalen een bepaalde snelheid hebben waarmee ze zich voortplanten. Voor het gemak stellen we deze gelijk aan 300.000 kilometer per seconde (lichtsnelheid). Dat is inderdaad vrij rap.

Stel nu dat je in de lucht springt, maar je hebt een snelheid vooruit van 300.000 kilometer per seconde. Dan kom je op een gegeven moment weer op de grond terecht en ben je een stuk opgeschoven. Het principe van een verspringer, dus.

Welnu, een radiogolf doet precies hetzelfde maar hij komt weer heel snel "op de grond" terecht. Een radiogolf heeft bijvoorbeeld een frequentie van 145 MHz. Dat betekent dat hij per seconde 145 miljoen keer op en neer springt. Als je dan uitrekent hoe lang hij "springt", dan is dat slechts 6 miljardste seconde! Hij springt dus eigenlijk maar 1,80 meter ver (6ns x 300.000 km/s)…

Dat noemen ze nou de golflengte. Gemakkelijk om uit te rekenen: 300/frequentie in MHz. Zo is de amateurband van 145 MHz dus 1,80m. wij noemen dat de 2-meter band. Voor 430 MHz is dat 70cm.

Een antenne is meerstal een kwart-golf. Dat wil zeggen: de lengte van de antenne is gelijk aan 1/4 van de golflengte. Niet helemaal waar: elk materiaal heeft een zogenaamde verkortingsfactor in zich. Dat komt doordat er diverse natuurkundige verschijnselen de golflengte beïnvloeden. De antenne wordt zo… korter!

Repeater

Een repeater wordt ook wel eens een papegaai genoemd. Hij zegt namelijk alles na wat hij hoort. Dat gaat als volgt: de repeater heeft een aparte zender en ontvanger. Hij ontvangt bijvoorbeeld op 145.125 MHz. Alles wat hij daar hoort, zendt hij uit op 145.725 MHz. Het voordeel is dat zo'n repeater hoog op een toren staat en dus heel veel ontvangt. Wat hij uitzendt, wordt ook heel ver gehoord. Als je dus uitzendt op zijn ingangsfrequentie (waar hij ontvangt), dan horen een heleboel mensen dat. Je hoeft niet eens veel vermogen te gebruiken.

Dit systeem zorgt er dus voor dat je met weinig vermogen heel ver uit kunt zenden. De repeater wordt dan ook vaak gebruikt als oproepfrequentie.

Overigens, de repeaters in Nederland beginnen met de letters PI, gevolgd door een 3 voor 2m repeaters en een 2 voor 70cm repeaters.