Het instellen van de frequentie met een Diode Matrix
Het instellen van de TX-, of RX-frequentie doet men m.b.v. een diodematrix. Het "ic" 353 is eigenlijk niets anders dan zo'n diodematrix waarin zich een 'smeltzekering' in serie met elke diode bevindt. Door met een programmeerapparaat de juiste zekeringen te laten doorbranden verkrijgt men een binaire code die een deeltal geeft om de PLL-schakeling in te stellen. Het deeltal bepaalt dus de frequentie. We kunnen dit voor 1 kanaal makkelijk zelf instellen door met gewone diodes een matrix te configureren. Maar hoe is dan die instelling?
Voor de begripsvorming eerst even de lay-out
van het "deel-ic". We tellen tegen de klok in (dus
links om) van pootje 1 t/m 28.
(pootje 1 is bij het nokje van het "ic")
| 1 | Massa | 28 | 12,5 / 20 kHz raster |
| 2 | RX-Kanaal 1 | 27 | B8 = 128 |
| 3 | TX-Kanaal l | 26 | B7 = 64 |
| 4 | RX-Kanaal 2 | 25 | B6 = 32 |
| 5 | TX-Kanaal 2 | 24 | B5 = 16 |
| 6 | RX-Kanaal 3 | 23 | B4 = 8 |
| 7 | TX-Kanaal 3 | 22 | B3 = 4 |
| 8 | RX-Kanaal 4 | 21 | B2 = 2 |
| 9 | TX-Kanaal 4 | 20 | B1 = 1 |
| 10 | RX-Kanaal 5 | 19 | A7 = 64 |
| 11 | TX-Kanaal 5 | 18 | A6 = 32 |
| 12 | Nodig voor doorbranden | 17 | A5 = 16 |
| 13 | A1 = 1 | 16 | A4 = 8 |
| 14 | A2 = 2 | 15 | A3 = 4 |
De A reeks is voor het instellen van de kHz'en, de B reeks is voor de MHz'en. We zullen de theorie van het binair tellen maar overslaan en gelijk maar overgaan op een rekenvoorbeeld. Dat geeft bij velen het beste inzicht en leidt snel tot het gewenste resultaat, n.l.: zenden en ontvangen op een zelf gekozen frequentie in de 2m band.
Stel, we willen zenden met kanaal 1 op 145.800 MHz.Voor het instellen van 145 MHz gebruiken we de B reeks en voor 800 kHz de A reeks.
145 = 128 + 16 + 1 ofwel: pootje 27 + pootje 24 + pootje 20
Nu is het zo dat de berekende pootjes logische een "1" zijn, waaruit volgt dat de andere pootjes uit de B reeks dus een logische "0" zullen moeten zijn. Juist deze "0" verkrijgt men door deze pootjes naar Massa te trekken. En dat doen we met een …diode! Waarom een diode? Omdat een vaste doorverbinding problemen zou opleveren als we datzelfde pootje willen gebruiken voor het instellen van een ander kanaal.
Om 145 MHz in te stellen moeten we uit de B reeks de pootjes 26, 25, 23, 22 en 21 dus met pootje 3 verbinden als we op kanaal 1 willen zenden. Pootje 3 wordt n.l. omlaag (dus aan massa gelegd) als we de PTT schakelaar indrukken. Let op dat de Kathode van elke diode aan pootje 3 zit!
Hetzelfde verhaal geldt (bijna) voor het instellen van de kHz'en. We laten dan de laatste 0 (nul) weg waardoor we dus gaan rekenen met het getal 80 i.p.v.800 in de A reeks.
80 = 64 + 16 ofwel: pootje 19 + pootje 17
Deze moeten weer logisch "1" zijn. De anderen uit de A reeks dus "0".
Dat zijn dus de pootjes 18, 16, 15, 14 en 13. Ook deze 5 pootje worden met pootje 3 verbonden.
We hebben nu het juiste deeltal ingesteld. Maar nu moet nog de PLL regelspanning groot genoeg zijn om de PLL te laten "locken". Daartoe moet aan de onderzijde van de print een potmeter worden ingesteld.Op het sjabloon staat dat punt aangegeven met Fs. Je kan moeilijk doen met meetapparatuur, maar als je een ontvanger afstemt op de zojuist ingestelde frequentie en aan de potmeter draait als de PTT-schakelaar wordt ingedrukt, hoor je vanzelf de zender inkomen. Wel een dummy-load aan de antenne-aansluiting knopen graag!
Voor de ontvangst frequentie volgt dezelfde deeltal berekening echter moet men wel eerst 21.4 MHz van de gewenste ontvangfrequentie aftrekken. Dit is n.l. de eerste middenfrequent van de KF163. Voor het ontvangen van 145.800 MHz gaan we dus uit van 145.800 - 21.4 = 124.400
124 = 64 + 32 + 16 + 8 + 4 ofwel: pootjes 26, 25, 24, 23 en 22 moeten "1" zijn.
Dus pootjes 27, 21 en 20 uit de B reeks moeten "0" zijn. En worden deze dus met pootje 2 verbonden! Pootje 2 hoort immers bij kanaal 1 en is laag (Massa) bij ontvangen.
De berekening voor de kHz instelling is hetzelfde als bij het zenden. Maar nu moeten de kathoden van de dioden met pootje 2 worden verbonden. We krijgen dus op de pootjes 18, 16, 15, 14 en 13 twee diodes, 1 naar pootje 3 en 1 naar pootje 2.
Ook nu moet aan de onderkant van de print weer de regelspanning worden ingesteld. Nu bij het punt Fe.
Je nu zelf berekenen welke diode matrix je moet maken voor een andere frequenties. Zowel voor zenden als ontvangen, dit kunnen dus verschillende frequenties zijn, b.v. met een repeater-shift.
Dank aan PA3BXR voor het maken van deze beschrijving.