PAØJHS (last
update January 02, 2016)
E-Mail: [email protected] QTH: Nieuwe
Niedorp, the
Netherlands.
Enlarge text and pictures: use Ctrl + (tekst en afbeeldingen groot: Ctrl +)
Reduce text and pictures: use Ctrl - (tekst en afbeeldingen klein: Ctrl -)
Sorry, text below is in Dutch.
QRV
since 1972. Active on HF and local
VHF/UHF.
Maria Maluca antenne (het
stoute meisje)
In de winter 2012/2013 hebben een aantal amateurs uit de Kop
van Noord Holland onder leiding van Klaas Jan PA5KK een zogenaamde Maria Maluca
antenne gemaakt. Ik heb met veel plezier aan dit unieke project mee kunnen
doen. We hebben 5 Maria Maluca’s gemaakt.
Februari 2013 heb ik mijn beam in het mastje geplaatst.
De antenne.
De Maria Maluca
is een compacte twee elements beam
op een boom van 1,5 meter en kan vanuit de shack
afgestemd worden op de amateurbanden van 14 t/m 50 MHz. (voeding: open lijn)
Wij hebben onze antenne aan
de hand van een artikel van Helmut DC6NY gemaakt. Helmut heeft deze antenne
ontworpen met NEC-software. Door met deze software te
experimenteren heeft hij kunnen bewerkstelligen dat de antenne op 4 banden
versterking ten opzichte van een dipool heeft. De
versterking wisselt per band en is het gevolg van dit compromisontwerp.
Bijgevoegde tekening komt uit de publicatie van DC6NY.
Wij hebben andere diameters
buis en een andere ‘tapering’ van de elementen toegepast.
Op 14 MHz is het passieve
element te klein en is er nagenoeg geen versterking (0,1 dBd).
Op de andere banden is er versterking en voor/achter –verhouding. Op de banden
14, 18 en 21 MHz werkt het passieve element als director. Op de banden 24.5, 28
en 50 werkt het passieve element als reflector, dat is even opletten als je de
rotor bedient.
Bijgevoegde tabel laat de
theoretische gegevens zien.
Band (m) |
Versterking (dBd) |
Verticale openingshoek |
Voor/achter verhouding
(dB) |
20 |
0,1 |
23,5 |
0,43 |
17 |
1,2 |
18,6 |
2,63 |
15 |
5,1 |
15,7 |
13,72 |
12 |
3,1 |
14,0 |
-7,86 |
10 |
2,6 |
12,0 |
-5,05 |
6 |
3,4 |
7,1 |
-2,06 |
Jungle
Job antenne.
In het verleden heb ik drie
zo genaamde Jungle Job antennes gemaakt.
De Jungle Job is een ontwerp
van “Dick” Bird, G4ZU/F6IEC/C30BQ.
Het is een meerband twee
element antenne met één straler en per band een
gevouwen reflector.
Mijn antennes waren
bruikbaar voor de banden 20 t/m 10 meter. De eerste tekening laat de
constructie van het frame zien.
De boom is vervaardigd van
aluminium buis rond 30 (bouwmarkt) en heeft een lengte van 3 meter. Aan de
voor- en achterzijde is de boom 50 cm verlengd met aluminium buis rond 25. De
voorste drager (bovenaan de tekening) is aan beide zijden gemaakt van 1 meter
aluminium buis rond 25 en een lengte bamboe van 3 meter. De achterste drager
bestaat uit twee keer 1,5 meter bamboe. De dragers zijn met behulp van een
aluminium plaatje en een stukje hoeklijn (50 cm) via zgn
“U bolts” aan de boom bevestigd. De uiteinden van het
frame zijn dmv rekvrij Dracon draad aan elkaar verbonden.
De reflector-elementen
zijn van soepel geïsoleerd koperdraad gemaakt. De straler
is gemaakt van 1,5 mm2 koperdraad en voor aan het frame bevestigd
(op beide tekeningen boven).
De totale lengte van de straler is 8 meter, de straler
wordt gevoed met commerciële openlijn: 10 mm breed, verliesvrij en zeer
handzaam. Voeding met openlijn maakt het mogelijk om de antenne op alle
frequenties tussen 14 en 30 MHz te gebruiken. In mijn geval heb ik achter de dipool drie draad reflectoren opgehangen: 14, 21 en 28 MHz
(zie tweede tekening). De boom en drager van de dipool
zijn afgespannen naar een verticaal staand buisje (zie foto). Op deze manier
ontstond een compacte twee element 3 banden beam, met
ook de mogelijkheid van gebruik op twee WARC-banden
(18 en 24 MHz), zonder reflector weliswaar. De beam
is makkelijk te construeren, licht en goedkoop! Een kleine rotor kan het zaakje
ronddraaien.
Bronnen:
- Electron
oktober 1991, december 1992, maart 1993.
- Antenna
Compendium volume 2 (ARRL)
- Het
franse amateurblad “Megahertz” (kopieën van VERON)
De Jungle Job in de mast
VK2ABQ
antenne.
De VK2ABQ antenne is een
klassiek ontwerp, dit ontwerp is later verbeterd door Les Moxon
G6XN en bekend als Moxon antenne.
Het is een drie banden (20,
15, 10 meter) beam met per band twee gevouwen full size elementen. De VK2ABQ is ook wel bekend onder de naam
‘knoopjes beam’. Jaren geleden heb ik twee VK2ABQ’s
gemaakt, de eerste heeft drie jaar (okt ‘90 t/m okt ‘93) dienst gedaan op het dak van mijn huis in mijn
vorige QTH Schagerbrug. Deze antenne leverde mij heel
veel plezier bij qso’s met VE7ATV (sk) en lange pad verbindingen met ZL4RM. De tweede stond
(kort) op een aluminium mastje bij mijn huidige QTH. De firma Sandpiper in Wales maakt deze antenne inmiddels ook. Ik heb
een VK2ABQ bij deze firma aangeschaft.
Helaas is het centrale deel
van deze antenne naar mij idee te licht geconstrueerd. Toen ik dit voorjaar
(april 2011) de antenne in elkaar ging zetten heb ik mijn werkzaamheden
gestaakt, er was een modificatie nodig om de zaak steviger te maken. De twee
foto’s hier onder laten de constructie zien van de door de firma Sandpiper geleverde VK2ABQ.
VK2ABQ
– vier draagarmen.
VK2ABQ
– centrale constructie.
In oktober 2011 heb ik het
centrale deel van de door de firma Sandpiper
ontworpen antenne verstevigd, zie foto hier onder.
VK2ABQ
– verstevigd centraal deel.
Maandag 24 oktober 2011 werd
de VK2ABQ in de mast gezet. Op de foto hier onder staat de mast in de laagste
stand.
Mede dank zij goede propagatie konden er op eerste ‘test’-dag aardige DX qso’s gemaakt worden.
Februari 2013 heb ik de
VK2ABQ vervangen door een Maria Maluca antenne. (zie:
boven ↑)
VK2ABQ
– hangt!
VK2ABQ (afbeeldingen) Googlen levert veel hits op.
Dit
is een Tsjechische afbeelding
Een
berijpte VK2ABQ in Schagerbrug (okt
‘90 t/m okt ‘93).
Draaibare
dipool.
Van augustus ’88 tot okt ’90 heb ik in mijn voormalige QTH (Schagerbrug)
gebruik gemaakt van een door Evert PA3DEN ontworpen draaibare dipool.
De draaibare dipool:
houten balk met aluminium buizen in geïsoleerde klemmen.
Deze dipool
kon met de hand gedraaid worden; de shack en antenne-draaisysteem bevonden zich op de zolder. Deze antenne werd gevoed middels een van coaxkabel
gemaakte open lijn. De resultaten waren goed in vergelijking met de voor 80
meter gemaakte antenne (Zeppelin) die ik eind gevoed op de hogere frequenties
gebruikte. Het door Evert ontworpen draaisysteem liep verrassend soepel.
Vaste
dipool.
Na een verhuizing (november
1994) van Schagerbrug naar Nieuwe Niedorp
heb ik eerst een dipool van 2×15
meter opgehangen. Later heb ik deze dipool verwijderd
en vervangen (begin 1997) door een korte dipool vast
gemonteerd aan een aluminium mastje. De dipool werd
van elektriciteitsdraad gemaakt en als drager fungeerden twee bamboe stokken
die op een stukje hoeklijn aan het mastje werden bevestigd. Voorkeursrichting:
VE7-land.
Deze dipool
heeft een jaar dienst gedaan en is daarna vervangen door een VK2ABQ beam en een drietal Jungle Job beams.
Draaibare
dipool 2.
Na een (HF) inactieve
periode van ongeveer 7 (!) jaar heb ik in november 2009 een derde zelf gemaakte
dipool in de uitschuifbare mast geplaatst.
Deze dipool
heb ik in oktober 2011 vervangen door een VK2ABQ antenne (zie: boven ↑)
Deze draaibare dipool (op rotor) bestond uit twee hengels met daar op
getapet 1,5 mm2 dik draad. Het dragend systeem had ik zo gemaakt dat
dit onderdeel ook als basis gebruikt kon worden voor een Jungle Job antenne. De
spanwijdte van deze dipool was 8,80 meter. De antenne
werd gevoed met commerciële open lijn (11 mm breed).
Mobiel
op twee meter - 1.
Heel wat jaartjes geleden
heb ik op mijn auto een magneet antenne ¼ λ geplaatst. Een paar jaar later
bleek de lak op de plek waar de magneetvoet stond verkleurd te zijn. Ook
scheurde het rubber onder de voet. Bij aanschaf van een andere auto besloot ik
eens een raamantennetje te proberen. Niet een “op-glas”
exemplaar, maar een antennetje die ik zo over een zijraam zou kunnen schuiven.
Bij mijn werkgever vond ik toevallig een stukje aluminium met een dikte van 1
mm, heel geschikt om te buigen en niet te dik zodat het beugeltje in het
raamrubber past. Aan beide zijden van het beugeltje had ik een BNC-chassisdeel gemonteerd (één binnen, één buiten). De
chassisdelen werden met elkaar verbonden middels een dun RG174 coaxkabeltje.
|
|
|
Aan de buitenkant van het
raam had ik een verloopconnector BNC-Amphenol
geplaatst. Het ¼ λ sprietje werd in een Amphenolplug
gesoldeerd, deze plug zat in de verloopconnector
geschroefd en werd afgetapet. Bijkomend voordeel: de basis van het sprietje
kwam iets hoger te zitten. Aan de binnenkant had ik als radiaal een ¼ λ
lang koperdraadje aan de massakant van het BNC-chassisdeel
gemonteerd. Bij het op maat knippen van de straler
(SWR meten) bleek er toch nog wat mantelstroom aan de buitenkant van de
coaxkabel te lopen (zender aan, kijken naar de SWR en dan de coaxkabel op
verschillende plekken beet pakken). Een ‘ferrietclamp’
om de kabel (direct tegen de plug) bleek het probleem op te lossen. Het
antennetje werkte heel aardig en viel niet op, er heeft niemand aan zitten
“peuteren”. Het stralingsdiagram was ongetwijfeld niet mooi rond maar met mijn
portofoon kon ik lokaal aardig uit de voeten.
Mobiel
op twee meter - 2.
…
en de antenne zit met een stukje tape op het autoraam.
In
het verleden heb ik geëxperimenteerd met verschillende mobiele halve golf op-glas antennes, deze experimentjes waren ook wel eens
minder succesvol. Eind december 2008 wilde ik na een jaar mobiele radiostilte
weer qrv worden. De Bosch KF161 werd na zeer vele
jaren trouwe dienst vervangen door een kleinere Canadese zendontvanger (Radio Shack HTX-242). Het leek mij aardig en ook handig om weer
eens een 'plak-antenne' te maken, deze keer gewoon
een kwart golflengte.
Met tape op de zijruit geplakt.
Voordeel
van een kwartgolflengte ten opzichte van een halve golf straler
is dat er geen afgestemde kring aan de voet nodig is. Er is voor een kwartgolfstraler wel een aardvlak nodig, maar ik wist dat
een paar kwartgolf draadjes ook als 'grondvlak' konden functioneren.
Het
principe van deze antenne is eenvoudig, de straler
wordt met een condensator in serie gevoed. De condensator heeft invloed op de
elektrische lengte van de straler, er vindt
verkorting plaats wanneer de capaciteit klein is. De condensator wordt in dit
geval gevormd door twee metalen plaatjes die op de binnen- en buitenkant van
het glas zijn geplakt. Op het buitenste plaatje zit de antenne bevestigd, op
het binnenplaatje zit de kern van de coaxkabel. De mantel van de kabel kan aan
het metaal van de auto worden geschroefd of met twee draadje die als radialen fungeren worden verbonden.
Condensatorplaatje
aan de binnenkant + twee grijze radiaaldraden + ferrietclamp.
Het
laatste heb ik gedaan (metaal zit onder kunststof verstopt), de twee radialen (50 cm) zitten onder het rubber van het raam.
In
het bakje met restanten van de 'plak-experimenten'
uit het verleden vond ik nog een stukje messing (3 ´ 4,7 cm) wat ik mooi aan de buitenkant
van het raam kon gebruiken. Op dit plaatje heb ik een kroonsteentje, waar het
sprietje in vast geschroefd kan worden, gesoldeerd (messing blokje waar twee 3
mm boutjes in zitten; de twee ijzeren boutjes zijn vervangen door twee messing
exemplaren). Aan de binnenkant heb ik heel dun koperen plaatje geplakt, hier hangt
alleen de coaxkabel aan.
|
|
Bij
het eerste experiment heb ik beide plaatje met een paar stukjes plakband aan de
binnen- en buitenkant van een zijraampje geplakt. Een stukje elektradraad
fungeerde als antenne. Portoon en swr-meter
aansluiten en knippen maar. Dat lukte prima, de lengte van het antennetje werd
ongeveer 51 cm, de repeater PI3ALK kon open gepiept
worden. Tijd voor een definitievere uitvoering. In het verleden plakte ik het
antenneplaatje met transparante siliconenkit op het raam, nu wilde ik het eens
met tape proberen. Toevallig had ik zwarte Aldi-tape
(zie afb.)
|
|
liggen
en daar heb ik het buitenplaatje mee vastgeplakt, aan de windkant een paar strookjes
tape over elkaar. Ik wist toen nog niet hoe deze tape zich onder alle
weersomstandigheden en rijsnelheden zou gedragen, inmiddels weet ik dat deze
tape tegen een stootje kan. Na het vast plakken van het antenneplaatje heb ik
een messingsprietje (2 mm) in het kroonsteentje geplaatst en met behulp van de swr-meter op lengte gebracht. De antenne heb ik met een
watervaste stift zwart 'geschilderd'. Inmiddels rij ik al een aantal jaren met
dit eenvoudige makkelijk te verwijderen antennetje rond, hij functioneert goed.
Ik heb de tape na ruim een jaar vervangen door nieuwe tape,
dit om eventueel loslaten te voorkomen. Er is sprake van
richtingsgevoeligheid (geen mooi stralingsdiagram) maar in de praktijk kan ik
er (lokaal) prima mee werken.
Nog
een paar opmerkingen:
1.
Uit de lengte van de antenne blijkt dat
de capaciteit groot genoeg is voor deze frequentie (144 MHz). Bij een ruitdikte
van 4 mm is de berekende capaciteit ongeveer 25 pF.
De plaatjes zouden misschien wel wat kleiner kunnen worden gemaakt (PA0NO
gebruikte 3 ´ 3 cm).
2.
Ik heb ook 'Pattex
power tape crystal' gebruikt, toen ik na het plakken
in een hevige regenbui weg reed, viel de antenne na ongeveer 200 meter op de
weg!
3.
Op de foto van het 'binnenplaatje' is
een ferrietblokje te zien dat om de coaxkabel zit
(voorkomt mantelstromen). De twee grijze draden zijn de radialen
die tussen het rubber zitten.
4.
De twee afbeeldingen met Engelse tekst
komen uit QST. De auteur N6TIW had een kleine spoel in de antenne opgenomen,
dat heb ik niet gedaan.
5. Bronnen: N6TIW,
QST april 1991
PA0NO, Electron oktober
1991
**************